Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Presentatie

  • : Vanuit De Duisternis Naar Het Licht
  • : « Allah is de Helper van degenen die geloven. Hij voert hen van de duisternis naar het licht. En degenen die ongelovig zijn: hun helpers zijn de Taghoet, zij voeren hen van het licht naar de duisternis. Diegenen zijn de gezellen van de Hel, zij zullen daar eeuwig levenden zijn.
  • Contact

Zoeken

2 février 2014 7 02 /02 /février /2014 13:22

De betekenis van de Eenheid van Allah in de Wetgeving

en de werkelijkheid van het polytheïsme  

die deze Eenheid tegenspreekt 

 

 

Allah, Verheerlijkt is Zijn Naam, heeft de schepping geschapen voor één uniek doel: Hem aanbidden zonder enige deelgenoten toe te schrijven aan Hem en geloof te hebben in Zijn Eenheid (Tawhied). Allah Ta‘ala heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Ik heb de djinn en de mensen slechts geschapen opdat zij Mij aanbidden. » (Soerate 51 vers 56) Hij heeft de mensen niet geschapen opdat zij Hem gelijken toekennen, noch opdat zij wetten maken, noch opdat zij oordelen met hun wetten in de geschillen tussen de mensen, noch opdat zij wetten vastleggen die Zijn wetten tegenspreken. Allah heeft ons geïnformeerd dat de aanbidding enkel en alleen verschuldigd is aan Hem en dat men Hem enkel kan aanbidden volgens datgene wat Hij wettig heeft gemaakt. En Hij heeft ook verklaard dat het oordeel en de wetgeving enkel tot Hem alleen behoren. Allah Ta‘ala heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Het oordeel behoort slechts toe tot Allah. » (Soerate 6 vers 57, Soerate 12 vers 40 et 67)

Hij heeft ons verklaard dat degene die Hem een deelgenoot toekent in de aanbidding, een ongelovige moesjriek is. Hij heeft ons eveneens gemeld dat degene die Hem een deelgenoot toekent in zijn wetgeving ook een ongelovige moesjriek is. Allah Ta‘ala heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Hij kent geen partners toe in Zijn oordeel … » (Soerate 18 vers 26) En Allah heeft de naam moesjriek gegeven aan alle andere wetgevers buiten Hem (Interpretatie van Zijn Woorden):  « Hebben zij (de afgodendienaren) dan medegoden, die hun een godsdienst hebben voorgeschreven welke Allah verboden heeft? » (Soerate 42 vers 21)

 

Ibn Kathîr zegt over dit vers (Tafsîr Ibn Kathîr volume 7 pg. 198):

أي: هم لا يتبعون ما شرع الله لك من الدين القويم، بل يتبعون ما شرع لهم شياطينهم من الجن والإنس، من تحريم ما حرموا عليهم، من البحيرة والسائبة والوصيلة والحام، وتحليل الميتة والدم و القمار، إلى نحو ذلك من الضلالات والجهالة الباطلة، التي كانوا قد اخترعوها في جاهليتهم، من التحليل والتحريم، والعبادات الباطلة، والأقوال الفاسدة.  

« Dit wil zeggen : zij volgen niet datgene wat Allah hen heeft wettig gemaakt als rechtgeleide godsdienst, maar zij volgen datgene wat de duivelse demonen en mensen hen hebben wettig gemaakt, zoals de geboden die zij hen hebben verboden, zoals Al-Bahîra, Al-Sâ’iba, Al-Wasîla en Al-Hâm[1], en zij volgen datgene wat zij hen hebben toegestaan, zoals het vlees van het kadaver, het bloed, kansspelen en andere soorten van dwaling en valse onwetendheden dat zij hebben uitgevonden in hun heidendom, geboden en toestemmingen, maar ook in hun valse erediensten en in hun corrupte doctrines. »  

 

Wat betreft de Eenheid van Allah, deze bevat twee belangrijke thema’s:

-      De Eenheid van Allah in Zijn functies, en Zijn functies zijn talrijk, onder meer : Het scheppen, het geven van onderhoud, het geven van leven, het nemen van de dood, oordelen en Wetten opleggen aan Zijn schepping door hen zaken te verbieden en zaken te bevelen en door hen zaken toe te staan. Hij Enkel en alleen, zonder enige deelgenoot, heeft deze functies.

-   De Eenheid in Zijn Rechten, en Zijn recht is aanbeden te worden door hem erediensten en rituelen toe te wijden, die voorgeschreven zijn door Hemzelf, zoals: het gebed, de vasten, de bedevaart, toevlucht zoeken tot de wet van Zijn Boek en de Soennah van Zijn boodschapper tijdens geschillen. Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden) : « Het oordeel is slechts aan Allah. Hij beveelt dat jullie niets aanbidden behalve Hem. » (Soerate 12 vers 40) En Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden) : « Bij jouw Heer, zij geloven niet totdat zij jou laten oordelen over waar zij over van mening verschillen en dan in zichzelf geen weerstand vinden tegen wat jij oordeelde, en zij aanvaarden (het dan) volledig. » (Soerate 4 vers 65)

 

« Zal ik dan een andere Rechter dan Allah zoeken, terwijl Hij het is Die het Boek (de Koran) tot hen heeft neergezonden als een uiteenzetting? » (Soerate 6 vers 114) En nog veel andere verzen.

 

Eenmaal je dit weet, zul je ook begrijpen dat degene die in strijd gaat met Allah in de wetgeving die enkel en alleen toebehoort tot Allah, probeert om de Heerschappij van Allah in te palmen.

Hetzelfde geldt voor degene die wetten instelt of datgene wat Allah verboden heeft, toestaat of datgene wat Allah toegestaan heeft, verbiedt en dat hij deze de mensen oplegt en zich hierin laat gehoorzamen, hij beweert dan het recht van de goddelijkheid te hebben en dit wordt: polytheïsme in het oordeel genoemd.

 

Ibn Al-Qayyim heeft gezegd:

فصل قال: وهو على ثلاث درجات الدرجة الأولى: رضى العامة وهو الرضى بالله ربا وتسخط عبادة ما دونه وهذا قطب رحى الإسلام وهو يطهر من الشرك الأكبر الرضى بالله ربا: أن لا يتخذ ربا غير الله تعالى يسكن إلى تدبيره وينزل به حوائجه قال الله تعالى: {قُلْ أَغَيْرَ اللَّهِ أَبْغِي رَبّاً وَهُوَ رَبُّ كُلِّ شَيْءٍ} [ الأنعام: 164 ] قال ابن عباس رضى الله عنهما: سيدا وإلها يعني فكيف أطلب ربا غيره وهو رب كل شيء وقال في أول السورة: {قُلْ أَغَيْرَ اللَّهِ أَتَّخِذُ وَلِيّاً فَاطِرِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ} [ الأنعام: 14 ] يعني معبودا وناصرا ومعينا وملجأ وهو من الموالاة التي تتضمن الحب والطاعة وقال في وسطها: أَفَغَيْرَ اللَّهِ أَبْتَغِي حَكَماً وَهُوَ الَّذِي أَنْزَلَ إِلَيْكُمُ الْكِتَابَ مُفَصَّلاً} [ الأنعام: 114 ] أي أفغير الله أبتغي من يحكم بيني وبينكم فنتحاكم إليه فيما اختلفنا فيه وهذا كتابه سيد الحكام فكيف نتحاكم إلى غير كتابه وقد أنزله مفصلا مبينا كافيا شافيا

 

« Hoofdstuk: En de tevredenheid is op drie niveaus: het eerste niveau is de volledige tevredenheid, dit wil zeggen tevreden zijn met Allah als Heer en boos worden dat een andere dan Hem aanbeden kan worden. En dit is het hart van de Islam en het is het hart dat zich zuivert van de grote vorm van sjirk. Tevreden zijn met Allah als Heer, betekent niemand anders nemen dan Allah als heer, die hem leidt en aan wie hij zijn behoeftes vraagt: Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Zeg: "Zal ik een andere Heer dan Allah zoeken, terwijl Hij de Heer van alle zaken is?"  » (Soerate 6 vers 164) En Ibn ‘Abbâs heeft gezegd dat de Heer de Meester en de God is, dit wil zeggen: Hoe zou ik een andere Heer dan Hem vragen, terwijl Hij de Heer is van alle dingen? En Allah zegt in het begin van deze Soerate (Interpretatie van Zijn Woorden): « Zeg: Zal ik iemand anders dan Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, als Beschermer nemen? » (Soerate 6 vers 14) Dit wil zeggen : een andere aanbedene, een andere redder, een andere bron van hulp en toevlucht dan Hem ? dit is een alliantie die liefde en gehoorzaamheid inhoudt. Vervolgens zegt Allah in het midden van deze Soerate (Interpretatie van Zijn Woorden): « Zal ik dan een andere Rechter dan Allah zoeken, terwijl Hij het is Die het Boek (de Koran) tot hen heeft neergezonden als een uiteenzetting? » (Soerate 6 vers 114) Dit willen zeggen: Zou ik een andere dan Allah nemen die oordeelt tussen mij en jullie, bij wie wij vragen om onze geschillen op te lossen, terwijl Zijn Boek de Meester der boeken is? Hoe zouden wij tot een ander boek dan Zijn Boek toevlucht zoeken, terwijl Hij elke zaak gedetailleerd en voldoende uitgelegd, neergezonden heeft? »

 

Vervolgens zegt hij:

هذه المسألة أصل التوحيد وأساسه وكثير من الناس يبتغي غيره حكما يتحاكم إليه ويخاصم إليه ويرضى بحكمه وهذه المقامات الثلاث هي أركان التوحيد: أن لا يتخذ سواه ربا ولا إلها ولا غيره حكما

« En deze kwestie is de basis van het monotheïsme en haar fundament zelf. En veel mensen willen een andere dan Hem als rechter op wie zij beroep doen en bij wie zij hun geschillen gaan voorleggen en van wie zij zijn oordeel accepteren. En deze drie graden zijn de pijlers van het monotheïsme : niets of niemand anders dan Hem nemen als Heer, noch als Redder, noch als Rechter. » [Madârij As-Sâlikîn 1/181-182]

 

En Ibn Taymiyyah heeft gezegd:

وَقَدْ قَالَ تَعَالَى : { قُلْ أَفَغَيْرَ اللَّهِ تَأْمُرُونِّي أَعْبُدُ أَيُّهَا الْجَاهِلُونَ } وَقَالَ تَعَالَى : { أَغَيْرَ اللَّهِ أَتَّخِذُ وَلِيًّا اطِرِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَهُوَ يُطْعِمُ وَلَا يُطْعَمُ } وَقَالَ : { أَفَغَيْرَ اللَّهِ أَبْتَغِي حَكَمًا وَهُوَ الَّذِي أَنْزَلَ إلَيْكُمُ الْكِتَابَ مُفَصَّلًا } . فَلَوْ لَمْ يَكُنْ هُنَاكَ غَيْرُهُ لَمْ يَكُنْ الْمُشْرِكُونَ أَمَرُوهُ بِعِبَادَةِ غَيْرِ اللَّهِ وَلَا اتِّخَاذِ غَيْرِ اللَّهِ وَلِيًّا وَلَا حَكَمًا فَلَمْ يَكُونُوا يَسْتَحِقُّونَ الْإِنْكَارَ فَلَمَّا أَنْكَرَ عَلَيْهِمْ ذَلِكَ دَلَّ عَلَى ثُبُوتِ غَيْرٍ يُمْكِنُ عِبَادَتُهُ وَاِتِّخَاذُهُ وَلِيًّا وَحُكْمًا وَأَنَّهُ مَنْ فَعَلَ ذَلِكَ فَهُوَ مُشْرِكٌ بِاَللَّهِ كَمَا قَالَ تَعَالَى : { فَلَا تَدْعُ مَعَ اللَّهِ إلَهًا آخَرَ فَتَكُونَ مِنَ الْمُعَذَّبِينَ } وَقَالَ : { لَا تَجْعَلْ مَعَ اللَّهِ إلَهًا آخَرَ فَتَقْعُدَ مَذْمُومًا مَخْذُولًا } وَأَمْثَالُ ذَلِكَ .

« En Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Zeg: Bevelen jullie mij een andere dan Allah te aanbidden? O jullie onwetenden! » en « « Zeg: Zal ik iemand anders dan Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, als Beschermer nemen? Het is Hij die voedt en Hij wordt niet gevoed. » en « Zal ik dan een andere Rechter dan Allah zoeken, terwijl Hij het is Die het Boek (de Koran) tot hen heeft neergezonden als een uiteenzetting? » Als er echt niets anders dan Hem zou bestaan, dan zouden de polytheïsten niet bevolen zijn geweest om geen andere dan Allah te nemen als Redder en Rechter. Dan zouden zij het niet verdiend hebben om berispt te worden! Maar Allah wanneer Allah hen berispt heeft, bewijst dit dat er anderen dan Hem bestaan die kunnen aanbeden worden en genomen worden als Redder en Rechter en dat degene die dit doet, een polytheïst is, zoals Allah Ta’ala ook zegt (Interpretatie van Zijn Woorden): « Aanroep geen andere god buiten Allah aan, anders zullen jullie tot degenen behoren die gestraft zullen worden. » En Allah zegt ook (Interpretatie van Zijn Woorden) : « Stel geen andere god naast Allah, anders zullen jullie jullie vernederd en verlaten terugvinden. » (Soerate 17 vers 22) » [Majmû’ Al- Fatâwâ 2/329-330]

 

De profeet (salla Allahoe ‘alayhi wa salam) heeft gezegd: « Polytheïsme is dat je een schepsel als gelijke aan Allah plaatst, terwijl Hij jou geschapen heeft. » (Overgeleverd door Al-Boechaarie)

 

En Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Ken daarom geen deelgenoten toe aan Allah, terwijl jullie (het) weten. » (Soerate 2 vers 22) en « … en stelt medegoden naast Allah, om de mensen van Zijn weg af te leiden. Zeg: "Geniet door uw ongeloof voor een wijle, u behoort zeker tot de bewoners van het Vuur." » (Soerate 39 vers 8)

 

Ibn Taymiyyah heeft in Majmû’ Al-Fatâwâ, volume 1 pg. 88 gezegd:

اعْلَمْ رَحِمَكَ اللَّهُ أَنَّ الشِّرْكَ بِاَللَّهِ أَعْظَمُ ذَنْبٍ عُصِيَ اللَّهُ بِهِ . قَالَ اللَّهُ تَعَالَى : { إنَّ اللَّهَ لَا يَغْفِرُ أَنْ يُشْرَكَ بِهِ وَيَغْفِرُ مَا دُونَ ذَلِكَ لِمَنْ يَشَاءُ } وَفِي الصَّحِيحَيْنِ أَنَّهُ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ { سُئِلَ : أَيُّ الذَّنْبِ أَعْظَمُ ؟ . قَالَ : أَنْ تَجْعَلَ لِلَّهِ نِدًّا وَهُوَ خَلَقَكَ } . وَالنِّدُّ الْمِثْلُ . قَالَ تَعَالَى : { فَلَا تَجْعَلُوا لِلَّهِ أَنْدَادًا وَأَنْتُمْ تَعْلَمُونَ } . وَقَالَ تَعَالَى : { وَجَعَلَ لِلَّهِ أَنْدَادًا لِيُضِلَّ عَنْ سَبِيلِهِ قُلْ تَمَتَّعْ بِكُفْرِكَ قَلِيلًا إنَّكَ مِنْ أَصْحَابِ النَّارِ } . فَمَنْ جَعَلَ لِلَّهِ نِدًّا مِنْ خَلْقِهِ فِيمَا يَسْتَحِقُّهُ عَزَّ وَجَلَّ مِنْ الْإِلَهِيَّةِ وَالرُّبُوبِيَّةِ فَقَدْ كَفَرَ بِإِجْمَاعِ الْأُمَّةِ

 

« Weet, moge Allah jou barmhartig zijn, dat de ergste zonde waardoor men Allah ongehoorzaam is, het geven van een deelgenoot aan Allah is. Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Voorwaar, Allah vergeeft het niet dat men Hem een deelgenoot toekent en Hij vergeeft al hetgeen dat anders is dan dit aan wie Hij wil. » En in de twee authentieke verzamelingen van ahadith is overgeleverd dat de Profeet (salla Allahoe ‘alayhi wa salam) ondervraagd werd over de ergste zonde. Hij zei: « Dat men een gelijke aan Allah geeft, terwijl Hij jou geschapen heeft. » En « de gelijke » dit wil zeggen: « de gelijkaardige » en Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « Ken daarom geen deelgenoten toe aan Allah, terwijl jullie (het) weten. » (Soerate 2 vers 22) en Allah heeft gezegd (Interpretatie van Zijn Woorden): « … en stelt medegoden naast Allah, om de mensen van Zijn weg af te leiden. Zeg: "Geniet door uw ongeloof voor een wijle, u behoort zeker tot de bewoners van het Vuur."» (Soerate 39 vers 8) En dus degene die een schepsel als gelijke aan Allah plaatst in datgene dat enkel tot Allah behoort, in de Goddelijkheid of in de Heerschappij, hij is een ongelovige volgens de unanimiteit van de moslimgemeenschap. »

 

Zijn woorden hebben betrekking op degene die een schepsel gelijk stelt aan Allah, wat dan te zeggen over degene die zichzelf als gelijke stelt aan Allah? En zoals wij voordien hebben gezien, maken “de Eenheid in het Oordeel en in de Wetgeving”, deel uit van de Eenheid van Allah.

 

Van zodra iemand een andere wetgever dan Allah aanstelt, of een functie van wetgever aan een andere dan Allah toekent en de regering en de Islam van elkaar scheidt, of die de wetgeving toeschrijft aan het volk en die het volk aanwijst als bron van de Wet, is diegene een polytheïst en staat buiten de oevers van de Islam.

 

En de landen die zich hieraan schuldig maken, zijn talrijk, wij zullen 2 voorbeelden geven:


Marokko:

De grondwet stipuleert:

      *  Artikel 1: Marokko is een grondwettelijke, democratische en sociale monarchie.

 

     *  Artikel 2: De soevereiniteit behoort toe aan de Natie, die deze direct uitvoert per referendum en indirect via de grondwettelijke instellingen.

 

     *  Artikel 4: De wet is de opperste uitdrukking van de wil van de Natie. Iedereen moet zich hieraan onderwerpen. De wet heeft geen terugwerkende kracht. 

 

        *  Artikel 5: Alle Marokkanen zijn gelijk voor de wet.

 

 

Algerije:

 

De grondwet stipuleert:

 

       *  Artikel 6: Het volk is de bron van alle macht. De soevereiniteit behoort enkel en alleen toe tot het volk.

 

    *  Artikel 7: De wetgevende macht behoort tot het volk.Het volk voert haar soevereiniteit uit via instellingen. Het volk voert dit uit via het referendum en door de verkozen vertegenwoordigers. De president van de republiek kan direct toevlucht nemen tot de uitdrukking van de wil van het volk.

 

     *  Artikel 42: Het recht om politieke partijen op te richten wordt erkend en gewaarborgd. Dit recht kan echter niet worden ingeroepen om de fundamentele vrijheden, de waarden, de fundamentele componenten van de nationale identiteit, de nationale eenheid, de veiligheid en de integriteit van het nationale grondgebied, de onafhankelijkheid van het land en de soevereiniteit van het volk en het democratische en republikeinse karakter van de staat aan te tasten. In overeenstemming met de bepalingen van deze Grondwet, kunnen politieke partijen niet gebaseerd worden op basis van religie, taal, ras, geslacht, of op corporatistische of regionale basis.  

 

    *  Artikel 98: De wetgevende macht wordt uitgeoefend door een parlement, samengesteld door 2 kamers, de Nationale Volksvergadering en de Raad van de Natie. Het parlement ontwikkelt en stemt soeverein over een wet.

 



[1] Deze vier Arabische woorden wijzen op vormen van vee dat de moesjrikien verboden hadden om te consumeren zonder een bewijs afkomstig van Allah (Zie Tafsîr van Ibn Sa‘dî volume 1 pg. 246.)

Partager cet article
Repost0

commentaires