Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Presentatie

  • : Vanuit De Duisternis Naar Het Licht
  • : « Allah is de Helper van degenen die geloven. Hij voert hen van de duisternis naar het licht. En degenen die ongelovig zijn: hun helpers zijn de Taghoet, zij voeren hen van het licht naar de duisternis. Diegenen zijn de gezellen van de Hel, zij zullen daar eeuwig levenden zijn.
  • Contact

Zoeken

13 juin 2010 7 13 /06 /juin /2010 12:09

Het ongeloof van degene die blanco stemt

 

 


Door Mohammed Salami

 

 

 

 vote blanc

 

 

 

Het doel van dit artikel is om aan te tonen wat het blanco stemmen inhoudt, zoals koefr al akbar (de grote vorm van ongeloof):

 

Het blanco stemmen houdt het volgende in: De persoon gaat het stembureau binnen en gooit een lege enveloppe in de stemdoos of hij gebruikt één of andere manier om zijn stem op het stembiljet ongeldig te maken. Dus zijn stem wordt niet in de boeken opgenomen, noch voor de ene, noch voor een andere partij. Hij zegt noch “Ja”, noch “Neen”. De persoon werd echter wel geregistreerd als iemand die gaan stemmen is.

 

Het oordeel, dat conform is aan de Sjari‘ah, is niet helemaal gevestigd, alleen maar nadat men de kennis over de waarheid heeft opgedaan, opdat wij niet onrechtvaardig oordelen. De kennis van de realiteit van het stemmen is dus van essentieel belang, samen met een juist begrip van de wetten van de ongelovigen, onder de bescherming van de democratie, zodat we begrijpen wat ze verwachten van de kiezer.

 

Stemmen is niet alleen een kwestie van vraag en antwoord, maar een kwestie van de arbitrage en de beslissing die van hen voortkomt. De regering wendt zich tot de arbitrage van het volk. Zoals het woord “democratie” aangeeft, behoort de beslissing tot het volk. Dit is de uitdrukking van het absoluut gezag van de democratie, vrij van de onderwerping aan Allah -Soebhanahoe wa Ta‘ala.

 

 

Wat de meerderheid van de mensen zegt, geldt als uiteindelijke beslissing. Stemmen is niet enkel het vragen van raad, want de mening van degene die geraadpleegd is, is niet noodzakelijk. Het is het oordeel van het volk, dat doorslaggevend is voor hem.

  

Bovendien is het toegestane overleg niet van toepassing op vlak van wat Allah - Soebhanahoe wa Ta‘ala- voorafgaand heeft voorgeschreven en niemand komt hier boven te staan.[1]

 

Bijvoorbeeld, tijdens het referendum over de Grondwet – merk het woord “referendum” op – brengt het volk het verdict van het overleg (fatwa) niet op dezelfde manier over dan de moslimjurist (faqîh) die het oordeel van Allah overbrengt tot de mensen. De Bron van de beslissing en het oordeel van de mensen is immers iets anders dan de mensen zelf.

Dus, in het referendum wordt de volgende vraag gesteld: « Keuren jullie deze Grondwet goed? » Het antwoord is ofwel « Ja », ofwel « Neen ». Degene die « Ja » antwoordt, volhardt in het ongeloof. Wat betreft degene die « Neen » geantwoord heeft, zou het gepast zijn om te zeggen dat hij het ongeloof heeft geweigerd?

 

Als het enkel ging om een vraag, dan zou degene die « Neen » antwoordde in een situatie zijn dat hij het ongeloof weigert en de taghoet afzweert. 

 

Maar het gaat hier niet om een simpele vraag. Aan degene die men om raad vraagt over de Grondwet, wordt gezegd: « Uw mening is doorslaggevend om een oplossing tussen ons te geven, zonder rekening te houden met het oordeel van Allah. » Dit komt neer dat men dit gezag accepteert en dat men zich zal verlaten op hem en zijn oordeel.

 

Wat betreft de moslim, is het onaanvaardbaar voor hem om als arbiter genomen te worden, behalve in het kader van de Wet van Allah. Zo niet, heeft hij geaccepteerd om zich te onderwerpen aan de taghoet, naast Allah, Verheven is Hij.

 

Het is duidelijk dat een persoon die ongeldig stemmen toestaat, ook de weigering van de Grondwet en de stem van de oppositie door een stembiljet waarop “Neen” staat, moet toestaan. Dus als hij ons zou zeggen: « Degene die “Neen” heeft gestemd, is gelijk aan degene die blanco heeft gestemd, want zij onderscheiden zich in deze 2 gevallen van degene die “Ja” heeft gestemd. » Dan zouden wij antwoorden op dit, dat als deze persoon accepteert dat men zich verlaat op zijn arbitrage en op hem persoonlijk, in plaats van zich te verlaten op de Wet van Allah, die boven alles staat. En men zou hem deze vraag stellen: « Aanbidden jullie deze afgoden of niet? » Zelfs als hij « Neen » zou antwoorden op deze vraag, zou hij op dezelfde manier een daad van ongeloof verrichten. En dit zou verschillend zijn als het enkel ging om een simpele vraag, maar het principe van de democratie is niet een zaak van een simpele vraag (het is zich wenden tot een arbitrage).

 

Degene die “Ja” heeft gestemd, is niet enkel een ongelovige omdat hij gekozen heeft voor de wetgeving van de Taghoet. Op de allereerste plaats, is hij een ongelovige, want hij accepteert het om zelf een taghoet te zijn. Dit is dezelfde reden die de oorzaak is van het verbod in de islam een oordeel te uiten, in de overtuiging dat men zelf de rechter is.

 

Als men ons zegt: « De stem van een individu in de verkiezingen is geen doorslaggevend oordeel, want het uiteindelijk oordeel is gebaseerd op de stem van de meerderheid en het wijst enkel één partij aan.» Dan zullen wij antwoorden dat het oordeel van het geheel gelijkwaardig is aan het oordeel van de partij, als deze dezelfde betekenis heeft en als deze neigt naar hetzelfde. Op dezelfde manier is datgene wat bedwelmd in grote hoeveelheden verboden, net zoals het in kleine hoeveelheden verboden is en dit zelfs als men niet bedwelmd is als men maar een kleine hoeveelheid ervan heeft geconsumeerd. En hetzelfde geldt dat de gestemde wetten in het parlement, de beslissingen in de rechtbanken van de taghoet aangenomen worden bij de meerderheid van de stemming van de juryleden onder leiding van een rechter en allen nemen deel aan het oordeel.

 

Laat ons het voorbeeld nemen van een parlementariër, die zich kandidaat stelt voor het Parlement. Dit is ongeloof, ook al is het verboden te stemmen of er is hem zelfs geen wetsvoorstel voorgelegd. Dit is ook zo wanneer het gaat over een moslim, aangesteld door de ongelovigen als voorzitter, voor zijn hoedanigheid als wetgever, eerste rechter in het land en borg voor de principes van de natie. Hij is een ongelovige alvorens hij zich nog maar heeft ingespannen om één enkele daad te verrichten, die berust op hem. Ook al hebben de ongelovigen hem aangesteld als bewaker van hun afgoden en heeft hij zijn taak niet volbracht. Dit is het bewijs voor degenen die beweren dat ongeloof enkel zit in de inhoud van het stembiljet.

Op dezelfde manier, degene die een blanco stemblad in de stembus gooit, draagt bij en neemt deel aan de uitspraak, ook al heeft hij zijn oordeel niet gegeven, noch heeft hij gestemd. Hij heeft het toch geaccepteerd om geregistreerd te worden op het moment wanneer hij zich heeft aangemeld om te komen stemmen en heeft hij getekend dat hij gestemd heeft. Hij heeft echter deelgenomen aan het democratische proces en aan het verdict, zonder een oordeel te uiten. Dit is een soortgelijke zaak als een moslim aan wie wordt gezegd: « Oordeel tussen ons met een duidelijk oordeel. Wat je ook oordeelt, zal de juiste keuze zijn, zonder rekening te houden met de Wet van Allah. » Het is dus verplicht voor hem om te weigeren te oordelen tussen hen, behalve in het kader van de Wet van Allah. Maar als hij zich toch aanmeldt om te oordelen tussen hen en uiteindelijk geen oordeel tussen hij uit, wordt hij eveneens een ongelovige, omdat hij geaccepteerd heeft om als rechter genomen te worden, zonder te refereren naar de Wet van Allah Ta‘ala.

Het is zoals men hem zou zeggen: « Ga dat huis binnen en kniel neer voor het idool. » En de persoon gaat het huis binnen, maar hij knielt niet neer en nadien komt hij terug buiten en getuigt dat hij geknield heeft, niet uit dwang of dat hij getuigt dat hij geen moslim is, niet uit dwang, gewoon om er een voordeel uit te halen.

 

En het is ongeloof van degenen die het blanco stemmen toestaan voor één of ander voordeel, zoals het stembiljet te gebruiken om aan de behoeften en persoonlijke belangen te voldoen, dit betekent de toestemming om ongeloof te verkondigen om een voordeel te behalen. Degene die het blanco stemmen toestaat in geval van vrees, is er principieel van overtuigd dat het ongeloof is onder normale omstandigheden, buiten de omstandigheden van dwang en dat het absoluut verplicht is dat hij dit blanco stemmen niet toegestaan maakt. Zo niet, heeft het excuus van dwang geen enkele betekenis.

 

En als degene toegeeft aan de noodzaak of verlamd is door angst, geen hulp vindt in de religie van Allah, wat dan wat betreft degenen die hun religie delen met de ongelovigen en hun ongeloof, met als intentie een voordeel in deze wereld te behalen?

 

.



[1] Enkel de vragen die de aangewezen grenzen door de Wet van Allah respecteren, zijn onderdanig aan een stemming (consultatie).

Partager cet article
Repost0

commentaires