Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog

Presentatie

  • : Vanuit De Duisternis Naar Het Licht
  • : « Allah is de Helper van degenen die geloven. Hij voert hen van de duisternis naar het licht. En degenen die ongelovig zijn: hun helpers zijn de Taghoet, zij voeren hen van het licht naar de duisternis. Diegenen zijn de gezellen van de Hel, zij zullen daar eeuwig levenden zijn.
  • Contact

Zoeken

20 avril 2010 2 20 /04 /avril /2010 22:24

 

De onderwerping van het universum aan  Allah Ta‘ala

 

 

Voorstelling van de nederigheid van het universum in zijn onderwerping en zijn gehoorzaamheid aan Allah Ta‘ala.


Het universum: de hemel, de aarde, de hemelbol, de sterren, de dieren, de bomen, de vaste aarde en de zeeën, de engelen, de djins en de mensen zijn allemaal onderworpen aan Allah Ta‘ala, gehoorzaam aan zijn universele wetten. Allah Ta‘ala zegt:

 

« … terwijl degenen die er in de hemelen en op de aarde zijn, zich gewillig en ongewillig aan Hem hebben overgegeven? » (Soerate al-‘Imraan 3 vers 83)

 

En Hij zegt:

 

« Nee! Aan Hem behoort wat er in de hemelen en (op) de aarde is. Allen gehoorzamen Hem onderdanig. » (Soerate al-Baqarah 2 vers 116)

 

« En voor Allah werpt alles van de levende wezens in de hemelen en alles op de aarde zich neer, en (ook) de Engelen, en zij zijn niet hoogmoedig. » (Soerate an-Nahl 16 vers 49)

 

« Zie jij dan niet dat alles zich voor Allah neerknielt wat er in de hemel en op de aarde is, en de zon en de maan en de sterren en de bergen en de bomen en de dieren en een groot deel van de mensen? » (Soerate al-Hadj 22 vers 18)

 

« En voor Allah werpt zich neer wat zich in de hemelen en op de aarde bevindt, gewillig of ongewillig, en ook hun schaduwen (onderwerpen zich) in de ochtend en in de avond. » (Soerate ar-Ra’d 13 vers 15)

 

Alle levende wezens en deze werelden gehoorzamen in nederigheid aan Allah (Soebhana wa Ta‘ala)

en zijn onderworpen aan Zijn Gezag in de overeenstemming met Zijn Wil en Zijn Bevelen. Niets trotseert Hem en ieder vervult zijn rol. Zij verwezenlijken hun producties in een minutieuze schikking en erkennen de superioriteit van hun Schepper. Allah, de Majestueuze en de Glorierijke zegt:

 

« De zeven hemels en de aarde en allen die erin zijn, verheerlijken Hem. En er is geen ding dat hem niet verheerlijkt maar jullie begrijpen hun lofprijzing niet. » (Soerate al-‘Israa 17 vers 44)

 

Deze schepsels, of ze nu kunnen spreken of niet, of ze nu levend zijn of niet, zijn allen onderworpen aan Allah Ta‘ala, gehoorzaam aan Zijn universele Wet en erkennen Zijn Superioriteit door hun houding en hun spraak.

 

Elke keer dat een wezen die begiftigd is met een verstand, mediteert over deze schepsels, zal hij weten dat ze geschapen zijn in volledige waarheid en om de waarheid te vinden. En dat zij onderworpen zijn, onbekwaam zijn aan een onderscheidingsvermogen en onbekwaam zijn om het bevel van hun Bevelgever te weerstaan. Al deze schepsels erkennen dus het bestaan van hun Schepper door hun aangeboren geschiktheid.

Cheikh al-Islâm ibn Taymiya, moge Allah hem barmhartig zijn, heeft gezegd:

« Zij zijn onderworpen aan de gehoorzaamheid en gedwongen tot de onderwerping aan meer dan één zaak::

          Zij realiseren zich dat zij Hem nodig hebben en dat Hij (Soebhanahoe wa Ta‘ala) noodzakelijk is voor hen.

          Zij leggen zich neer bij het feit dat zij afhankelijk zijn van wat Hij hen heeft voorbestemd en van Zijn Wil.

          Zij aanroepen Hem in geval van nood.

 

De gelovige is degene die zich willens onderwerpt aan het bevel van Allah, zo ook aan dat wat Allah Ta‘ala hem heeft voorgeschreven als tegenspoed. En wanneer hem een kwaad treft, blijft hij geduldig, zoals Allah hem heeft bevolen. Hij is dus vrijwillig onderdanig en onderworpen aan Allah Ta‘ala. » (majmoe‘ al-Fatawa, t.1, p. 45).

 

De ongelovige daarentegen, is onderworpen aan het universele bevel van zijn Heer. Het neerknielen van de schepsels betekent de onderworpenheid. Elk schepsel heeft een specifieke manier van neerknielen dat bij hem past en dat de onderdanigheid aan de Heer omvat.

 

Op dezelfde manier, heeft elke schepsel een specifieke en eigen manier om Allah te verheerlijken.

 

Cheikh al-Islam ibn Taymiya zegt over de woorden van Allah Ta‘ala:

 

« Zouden zij een andere levensbeschouwing dan die van Allah zoeken, terwijl degenen die er in de hemelen en op de aarde zijn, zich gewillig en ongewillig aan Hem hebben overgegeven? En tot Hem worden zij teruggekeerd. » (Soerate al-‘Imraan 3 vers 83)

 

« Allah Ta‘ala heeft de onderwerping van de levende wezens als willig en ongewillig vermeld, omdat het geheel van de schepsels, dat men het erkent of niet, een perfecte cultus aan Allah Ta’ala wijden.

Zij zijn dit Hem verschuldigd en zijn onderworpen aan hem, dus ze zijn gewillig en ongewillig onderdanig aan Hem. En geen enkel van de schepsels kan zich ontdoen van datgene wat Allah Ta’ala heeft gewild, voorgeschreven en verordend. Er is geen macht en kracht dan die van Allah, Hij is de Heer van de werelden en hun Meester. Hij bestuurt deze hoe hij wil. Hij Ta’ala is de Schepper en de Vervaardiger van alles. En alles behalve Hij, is onder controle, gefabriceerd, geschapen, arm, ontdaan van, onderworpen en onderdanig. Allah Ta’ala is de Unieke, de Opperheerser, de Schepper, de Vervaardiger.» (majmoe‘ al fatawa, t.10, p.200.)

 

 

Partager cet article
Repost0

commentaires